

Cliëntenraad Werk en Inkomen Gemert-Bakel
Naar de bijstand moeten
Deel 1 stap 1
Er gaan vele verhalen over de bijstand, meestal blijven de negatieve het beste hangen. Het zal je maar gebeuren dat je naar de gemeente moet “om je hand op te houden”. In de meeste gevallen gebeurd dit na een lange tijd van onzekerheid, stress, ziekte, een korte of langere tijd WW, zomaar een optredende echtscheiding of ongeval.
Zonder enige vorm van inkomen heb je geen andere keuze meer en blijft bijstand over als laatste mogelijkheid. Dan komen alle negatieve verhalen over de bijstand weer naar boven. Iemand in de bijstand is lui. Die wil niet werken, er is toch immers werk genoeg! Je wordt niet goed behandeld. De bejegening van ambtenaren geven je een nog slechter gevoel. Je krijgt niet waar je recht op hebt. Je hebt nergens meer recht op!
En toch weet je en weten anderen dit met je, dat bovenstaande niet helemaal waar kan zijn. Maar toch, niemand gaat vrolijk en blij naar de gemeente met de vraag om ondersteuning in de vorm van geld. En “waar rook is, is vuur” dus ergens zal er wel iets van waar zijn. De meesten die een bijstandsuitkering komen aanvragen gaan met lood in hun schoenen, met een onzeker en schaamtevol gevoel naar het Werkplein. Meestal heeft u immers al een lange weg van teleurstellingen afgelegd.
Heeft u de WW al doorlopen dan weet u dat u allang niet meer bij uw eigen gemeente moet wezen. In de Peel regio hebben de gemeenten de handen in elkaar geslagen en voor alle sociale aanvragen, dus ook de bijstand, zijn ze gaan samenwerken op het Werkplein in Helmond.
Met al deze eigen gevoelens en de praatjes die u links en rechts hebt opgevangen gaat u op weg naar iets onbekends en mogelijk beangstigende toekomst. De eerste vragen die bij u opkomen: Hoe reageert de ambtenaar tegenover u, begrijpt deze uw probleem, is er tijd voldoende tijd om uw verhaal kwijt te kunnen. Daarnaast zit u met vragen als: Krijgt u waar u om vraagt, wordt u voldoende geïnformeerd en wordt u geholpen?
Uit bovenstaande kunt u opmaken dat wij als Cliëntenraad weten dat de meeste mensen met een onprettig en onzeker gevoel de eerste stappen op de ‘bijstandsweg’ af leggen. Met dit gevoel gaat u de gesprekken aan met de ambtenaar., De vraag is hoe de ambtenaar hierop reageert. Want dat eerste contact, dat op elkaar reageren, zal mede bepalen met welk gevoel u de bijstand beleeft.
Natuurlijk zal de ambtenaar/consulent u geen gouden bergen gaan beloven maar ook zij doen hun best om u zo goed mogelijk binnen de voorgeschreven richtlijnen te helpen. Heeft u ondanks alles vragen? U kunt met al uw vragen, opmerkingen, positief of negatief bij ons terecht. Eén van de taken van de Cliëntenraad is om de vinger aan de pols te houden om de (ambtelijke) uitvoering zo goed mogelijk te laten verlopen.
Deel 1 stap 2
Voor velen van u is de gang naar het Werkplein al bekend. U bent uw baan kwijtgeraakt en hebt een WW-uitkering aangevraagd. Tijdens uw WW-periode heeft u er alles aan gedaan om weer aan het werk te komen, helaas is dit niet gelukt. Als alles goed verloopt waarschuwt uw klantmanager/consulent dat u een bijstandsuitkering moet gaan aanvragen. Mogelijk heeft u daar recht op. Informeer u op de site www.werk.nl
Het kan ook zijn dat u wel een bijstandsuitkering wil aanvragen maar daar geen recht op hebt. Een bijstandsuitkering is voor die mensen bedoeld die zonder gemeenschappelijke ondersteuning geen middelen (geld) voor een bestaan hebben. Heeft u een partner die meer verdient dan de bijstandsnorm dan heeft u geen recht op bijstandsondersteuning u wordt dan een zogenaamde ‘Nugger’( Niet uitkeringsgerechtigde). De gemeente zal dan geen directe eisen meer aan u stellen. Ondersteuning voor deze groep mensen staat bij elke gemeente op een laag pitje.
Verdient uw partner minder dan de bijstandsnorm dan komt u in aanmerking voor een gedeeltelijke ondersteuning en dient u zich aan alle voorschriften en regels, die ook aan een ‘volle’ bijstandsgerechtigde gevraagd worden, te houden.
Naast de mensen die via de WW in de bijstand komen zijn er nog andere mensen (groepen) die bij het Werkplein om bijstand of een sociale ondersteuning, moeten, komen vragen.
1. Jongeren die van school komen of hun opleiding niet hebben afgemaakt. Voor hen zijn speciale regelingen. Bijstand is mogelijk maar alleen onder zeer strikte voorwaarden. In principe geldt: Tot 27 jaar naar school, naar school en gedeeltelijk werk of volledig werken.
2. Vrouwen, met of zonder kinderen, die scheiden of bij hun partner weggaan en op dat moment, de laatste tijd, geen betaald werk hebben.
3. Mensen die vanuit werkloosheid een tijdelijke baan hebben gehad maar geen nieuwe WW-recht hebben opgebouwd.
4. Zelfstandigen die hun zaak moeten beëindigen.
5. Ouderen met een onvolledige AOW en die geen pensioen hebben opgebouwd hebben recht op aanvullende bijstand. Deze aanvulling aan te vragen via de SVB (SocialeVerzekeringsBank) U heeft dan wel recht op veel vergoedingen in het kader van bijzondere bijstand.
6. Asielzoekers die een verblijfsvergunning gekregen hebben.
Als u zich herkent in één van bovenstaande groepen kunt u bijstand aanvragen. Verder zijn er wat kleinere groepen mensen, zoals dak- en thuislozen, die onder bepaalde voorwaarden recht hebben op bijstand.
Aanvragen kan op twee manieren: U doet het digitaal of u gaat persoonlijk naar het Werkplein en vraagt een inschrijfformulier. Maak meteen een afspraak wanneer u het formulier komt inleveren.
Deel 1 stap 3
U heeft besloten dat er voor u geen andere mogelijkheid of keuze meer is. U dient een bijstandsuitkering aan te gaan vragen. Belangrijk om te weten: U gaat nu een juridisch traject in. Niets is meer vrijblijvend. Op het moment dat u een uitkering gaat aanvragen bent u van plan om een contract met de gemeentelijke overheid af te sluiten. (Voordat de uitkering door de gemeente wordt toegekend kunt u er nog vanaf zien. Daarna blijft die mogelijkheid voor u altijd bestaan. Voor de gemeente alleen maar in bepaalde zwaar wegende omstandigheden of door het verkrijgen van werk. Bepaalt u zelf het moment van beëindiging dan stopt ook de geldelijke bijdrage.)
Met het contract worden door u en de gemeente een aantal beloften gedaan. De belangrijkste van de gemeente naar u, binnen bepaalde regels, is: Om u elke maand een bepaald bedrag te betalen. De afspraak die u de gemeente doet is: U belooft om alles in het werk te stellen om zo snel mogelijk zelf weer een inkomen uit betaald werk te verwerven. U mag ook een rijke man/vrouw aan de haak slaan.
De bijstandsuitkering is en blijft ten alle tijden een tijdelijke ondersteuning.
U heeft het aanvraagformulier gekregen of gedownload. Het is nu zaak om het formulier zo snel mogelijk volledig ingevuld en voorzien van alle gevraagde bijlagen bij het Werkplein in te leveren. De gemeente mag er twee maanden over doen om de aanvraag goed- of af te keuren. Heeft u helemaal geen geld dan kunt u een voorschot aanvragen. Doe dit alleen als u er zeker van bent dat de uitkering wordt toegewezen, zo niet dan dient u bij een afwijzingen het voorschot terug te betalen.
Welke formulieren dient u te kopiëren? Allereerst lever altijd een kopie in, nooit het origineel! In de loop dat u een bijstandsuitkering ontvangt zult u merken dat de gemeente een zelfde kopie nogmaals vraagt. Eigenlijk zou dat binnen bepaalde tijd niet moeten kunnen, dit via de richtlijn: ‘Eenmalige gegevens uitvraag’ maar vrijwel geen gemeente houdt zich hieraan. U kunt hieraan geen recht ontlenen.
Tips voor het inleveren van het aanvraagformulier en de bijbehorende kopieën. Nummer de kopieën en zet dat nummer ook bij de vraag op het aanvraagformulier. Soms dient u voor en achterkant te kopiëren. Geef deze kopieën elk een eigen nummer. Controleer voordat u het afgeeft of alle kopieën ook werkelijk aanwezig zijn. Vraag bij het inleveren of men wil controleren of de genummerde kopieën ook aanwezig zijn. Vraag om een ontvangstbevestiging. Vergeet u een kopie dan zorgt dit voor oponthoud bij de aanvraag en komt dit direct in uw dossier te staan.
Het Werkplein moet, volgens de wet, deze gegevens aan u vragen om te kunnen vaststellen of u recht op bijstand hebt.
Voordat u het formulier gaat inleveren bent u misschien eerst naar het Werkplein geweest om informatie op te halen. Het is vaak niet mogelijk dat u direct geholpen kunt worden, misschien heeft u ook genoeg aan de folders die er staan of kunt u alvast op de site van het Werkplein kijken. Mocht u dan nog meer informatie willen hebben maak dan een afspraak.
Als u dat doet kan het verstandig zijn dat u het volgende doet:
1. Neem een schrift mee waarin u aantekeningen maakt.
2. Zet de vragen die u wilt stellen alvast hierin.
3. Laat tussen elke vraag voldoende ruimte zodat u het antwoord kunt opschrijven
4. Schrijf naam en eventueel email adres op zodat u bij onduidelijkheid kunt navragen.
5. Schrijf tijdens het gesprek op wat er van u wordt gevraagd.
6. Vraag in ieder geval hoe lang een en ander gaat duren. Noteer dat!
7. Vraag aan het eind van het gesprek om een schriftelijke bevestiging van datgene wat afgesproken is. Wordt dit niet gegeven, werk dan thuis uw aantekeningen uit en stuur dit naar het Werkplein ter attentie van diegene waarmee u gesproken heeft en vraag daarin om een bevestiging van dat gene wat u opgeschreven heeft juist is.
8. Misschien is het verstandig om een vriend of vriendin mee te nemen. Twee horen meer dan één. Daarbij is de ander niet emotioneel betrokken.
In het volgende hoofdstuk gaan we dieper in op het intakegesprek.
Deel 1 stap 4
U heeft het aanvraagformulier met alle bijlagen ingeleverd. U wordt uitgenodigd voor een intakegesprek. De noodzaak voor dit gesprek is om eventueel ontstane twijfel op het recht van een uitkering bij de ambtenaar weg te nemen en u op uw rechten en plichten te wijzen. Houdt er rekening mee dat u veel over plichten hoort. Na afloop van dit gesprek wordt uw aanvraag beoordeeld. Intern wordt nu gekeken of er recht op een uitkering bestaat.
De werkwijze binnen het Werkplein Helmond is zodanig dat u tijdens het intake gesprek al te horen krijgt dat er van u verwacht wordt aan een eerste werktraject deel te nemen. Dit traject duurt zes weken. Gedurende die zes weken wordt naar uw vaardigheden gekeken en wat uw mogelijkheden of beperkingen zijn. Weigert u deelname dan kan dit een grond zijn om uw uitkering af te wijzen. Sommigen ervaren dit traject als plezierig.
Wat kunnen de redenen zijn dat uw aanvraag wordt afgewezen?
1. Uw partner heeft een baan die meer oplevert dan de hoogte van de uitkering. Zie stap 2.
2. U heeft een eigen huis waarvan de overwaarde hoger is dan wettelijk, op basis van bijstandsnormen, is toegestaan.
3. U heeft meer eigen kapitaal, dan op basis van bijstandsnormen, is toegestaan. Eigen kapitaal, bedrag op bank- of spaarrekening, de waarde van uw auto, caravan of boot. Alle bedragen worden bij elkaar opgeteld.
4. Is het gezamenlijk bedrag hoger dan wettelijk is toegestaan dan dient u de overwaarde eerst op te ‘eten’. Denk eraan, voor u wordt dan een soort uitgave schema gemaakt wanneer u weer terug mag komen. Met andere woorden een overmaat aan geld opmaken aan een dure vakantie mag natuurlijk maar u komt dan een aantal maanden niet in aanmerking voor bijstand.
5. Voor bedragen kunt u terecht op: www.rijksoverheid.nl
Heeft u alles goed gedaan, op tijd ingeleverd, dan volgt de toekenning. Dit mag 4 tot 8 weken duren en in bepaalde moeilijke aanvragen kan deze termijn verlengd worden. Het is dus voor u uitermate belangrijk of u deze termijn, zonder inkomen, kunt overbruggen.
Bereid u voor op het intakegesprek. Een korte herhaling:
1. Denkt u de 4/8 weken niet te kunnen overbruggen vraag dan meteen om een voorschot. Doe dit op papier en geef dat tijdens het gesprek aan de consulent. Houdt er rekening mee dat het enige tijd kan duren voordat u uw eerste geld krijgt.
2. Vraag tijdens het gesprek hoelang het duurt voor u de beschikking (de toekenning) kunt ontvangen. Volgens de wet moet dit binnen de acht weken. Kan in bepaalde gevallen ook langer maar u moet daar dan een gemotiveerd bericht van krijgen.
3. Blijf netjes. Emoties werken tegen u. Ook al is het niet altijd makkelijk om uw tranen in bedwang te houden of boos te worden. U mag rustig aangeven dat u zenuwachtig bent. Een goede consulent zal proberen u op uw gemak te stellen.
4. Papieren inleveren of opsturen. Altijd een ontvangstbevestiging vragen.
5. Heeft u vragen hoe het met uw aanvraag staat. Bel gerust maar niet na twee of drie dagen. Wacht de vier weken af.
6. Zet de vragen die u wilt stellen op papier (schrift). Gekke of stomme vragen kunt u niet stellen. Antwoorden hoeven voor u niet begrijpelijk te zijn. Vraag dan na.
7. Vraag of u de consulent kunt bellen of mailen als u thuis merkt dat u toch iets niet helemaal hebt begrepen.
8. Vraag om een schriftelijke bevestiging van datgene wat besproken is of zet het zelf op papier en stuur het in en vraag om een bevestiging.
9. Neem een vriend of vriendin mee. Laat deze dan de notities maken zodat u zich zelf op het gesprek kunt blijven concentreren. Denk eraan dat hij of zij zich niet met het gesprek bemoeit. Uw ‘aanhang’ gaat mee als toehoorder of diegene die afspraken opschrijft. Spreek dat van te voren heel duidelijk met elkaar af. De aanwezigheid mag u niet schaden!
10. Bent u bang dat niet alles verloopt zoals u zou wensen dan kunt u ook iemand meenemen die voor uw belangen opkomt. Zorg er dan voor dat u een verklaring meeneemt waarin staat dat de ander als uw belangenbehartiger mag optreden. Hij/zij mag dan wel aan het gesprek deelnemen.
Als u al deze en eventuele andere dingen goed hebt voorbereid, zult u merken dat het eerste gesprek op een prettige manier verloopt.
Deel 1 stap 5
Voordat u aan het intakegesprek heeft deelgenomen heeft u al menig formulier in moeten vullen. Mogelijk heeft u al kennis kunnen nemen dat, als niet alles goed is ingevuld of niet alle gevraagde kopieën (soms van één document) voorkant en/of achterkant er bij zitten, de procedure stil gelegd is. Soms ligt dat aan u, hoe nauwkeurig u ook bent, soms ook aan de ambtenaar op het Werkplein. Nummer daarom alle kopieën en vraag om een gecontroleerde schriftelijke ontvangstbevestiging.
Misschien heeft u tijdens het invullen het gevoel gehad dat het beter zou zijn dat iemand u daarbij even zou helpen. Vragen op de formulieren zijn vaak wat lastig gesteld. Voor antwoorden hebben we u al aangegeven dat u hiervoor altijd op het Werkplein terecht kunt. Voor hulp bij het invullen kunt u vaak terecht bij:
1. Welzijnsorganisaties
2. Voor moeilijke problemen: sociale raadslieden
3. Leden van de Cliëntenraad
4. Of soms: gewoon een kennis, buurman/vrouw of vriend
Denk eraan altijd beter een keer teveel gevraagd als één keer iets vergeten of fout doen.
Als u om een voorschot heeft gevraagd houdt er dan rekening mee dat dit altijd lager is dan de uitkering maar nog altijd beter als ergens geld te gaan lenen om door deze eerste moeilijke periode heen te komen. Als u een bijstandsuitkering krijgt zult u merken dat het geleende terugbetalen heel erg moeilijk en vervelend is.
Zoals al eerder gezegd: Het is niet de laatste keer dat u, vaak veel, kopieën moet inleveren. Bij een volgende andere aanvraag zoals bijvoorbeeld kinderopvang, ziektekosten, bijzondere bijstand of u krijgt een heronderzoek, dient u opnieuw allerlei gegevens aan te leveren. Elke keer wordt u gevraagd om kopieën van vaak dezelfde documenten mee te sturen. Zoals aangegeven zou dat niet moeten kunnen maar stribbel niet tegen, voeg de kopieën aan de aanvraag toe en laat het stribbelen maar aan ons, de Cliëntenraad, over.
Tijdens uw verblijf in de bijstand wordt u met allerlei ongemakken geconfronteerd. Soms kunt u het zelf aan, vaak is het prettig dat u ergens met uw vragen terecht kunt. De Cliëntenraad Gemert-Bakel wil u met raad en daad terzijde staan. Via Facebook en website kunt u uw vragen stellen. Bij, voor u, wat ingewikkelde problemen kan er ook met een van de leden van de Cliëntenraad een afspraak gemaakt worden. We kunnen u helpen om inzicht te krijgen maar we kunnen geen individuele problemen voor u gaan oplossen. Vaak is er over praten en weten welke weg en op welke manier u die moet bewandelen genoeg.
Deel 1 stap 6
U heeft een bijstandsuitkering gekregen en mogelijk bent u horens dol geworden van alle regels die u moet naleven. Mogelijk hebt u al uw eerste stappen gezet op de re-integratie ladder. Hebt u de zes weken in de ruimten achter het Werkplein reeds doorstaan. De Cliëntenraad is benieuwd hoe u deze zes weken ‘werken’ heeft ervaren. Graag zouden we van u een reactie willen hebben. Het mag zo uitgebreid mogelijk zowel positief als negatieve ervaringen willen we graag weten. U hoeft zich niet met naam en toenaam bekend te maken. Mocht u dit wel doen dan halen wij die er toch af.
We hebben met de vorige vijf stappen u duidelijk proberen te maken dat wederzijds respect naar elkaar, u naar uw consulent en omgekeerd, het beste resultaat oplevert. Ook hierover zouden we graag van u willen weten hoe u de hele procedure ervaren heeft.
Als het niet klikt met de aan u toegewezen consulent of re-integratieconsulent dan kunt u vragen om een andere consulent te krijgen. U moet deze vraag wel duidelijk onderbouwen. Als de nieuwe consulent ook niet bevalt zult u daar wel mee door moeten. U kunt via een klachtenprocedure aangegeven om welke reden iets niet werkt. Hou er altijd rekening mee dat een gesprek altijd van twee kanten moet komen en dat een consulent gebonden is aan allerlei regelgeving en dat u als cliënt vaak meer wenst dan u wettelijk wordt toegestaan. Kom eerst bij de Cliëntenraad langs wij kunnen vaak de angel uit het probleem halen.
Om een klachtenprocedure te starten is het wel handig dat u veel, zo niet alles, gedocumenteerd heeft. Zie hiervoor stap 3 van deel 1. Houdt altijd voor ogen: Vriendelijkheid wordt over het algemeen met vriendelijkheid beantwoord.
Waar kunt u de Cliëntenraad nog meer voor benaderen?
1. Blijft voor u de informatie onduidelijk?
2. Vragen over procedures?
3. Vragen over brieven die u van het Werkplein krijgt.
4. Eigenlijk kunt u bij de Cliëntenraad terecht met alles waar u via de bijstand mee te maken krijgt.
Vaak krijgt u het gevoel dat u alleen maar plichten heeft en totaal geen rechten. Ook een cliënt heeft rechten. Vraag uw consulent om samen met u te kijken naar de mogelijkheden.
Deel 1 stap 7
In de Peelregio hebben zes gemeenten een afspraak gemaakt om zoveel mogelijk te gaan samenwerken. Dit heet dan Peel 6.1.
Als u iets extra’s wilt aanvragen, dan heet dat meestal bijzondere bijstand en dat doet u dan bij de Zorgpoort dat aan de andere kant van het Werkplein zit.
De samenwerking op het Werkplein bestaat naast de zes Peelgemeenten (Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren) ook uit de gemeente Geldrop-Mierlo en het UWV.
De Zorgpoort handelt in de onderdelen ‘Zorg en Ondersteuning’ en het Werkplein in ‘Werk en Inkomen’.
De Cliëntenraad Gemert-Bakel vindt dat zaken zoveel mogelijk op elkaar afgestemd dienen te worden en dat het voor u niets uit moet maken door wie u geholpen of ondersteund wordt.
In dit hoofdstuk staan we stil bij de start van uw bijstandsaanvraag en wat er dan ineens van u verlangt wordt. Vanaf nu wordt u in een situatie geplaatst waar u niet meer alle zeggenschap heeft. Er wordt voor u bepaald.
Laten we ze even langslopen:
1. U moet met de ‘billen’ bloot. Alles wat u doet en wat u aan bezittingen hebt moet u aan anderen vertellen.
2. De maatschappij ziet u ineens als een soort van profiteur.
3. U wordt in beginsel als een profiteur gezien die erop uit is op te frauderen. U moet op alles wat los en vast zit solliciteren ook al weet iedereen die dat van u eist dat er op elke baan die beschikbaar is minimaal 6 mensen uit de bijstand klaarstaan.
4. Er wordt als een onmondig kind met u omgegaan.
5. U wordt aan het werk gesteld in een omgeving die velen van u als mensonwaardig beschouwen.
6. U dient in principe een tegenprestatie te leveren. Althans dat vindt de huidige maatschappij.
7. Voor vrijwilligerswerk dient u toestemming te vragen.
8. Geld wat u bijverdient wordt van het bijstandsbedrag afgetrokken. Ook de bijverdienste van uw kinderen worden niet ontzien.
9. Wint u een prijs dan moet u dat opgeven en wordt afgetrokken.
We pakken er eentje uit: u wordt zes weken aan het werk gesteld. Wat gaat er dan gebeuren: u komt terecht bij een onderdeel van de Atlant Groep. Ongeacht uw opleiding wordt er van u geëist dat u deze zes weken volgt en dat een ongeschoolde cliënt het zelfde werk doet als iemand met een universitaire opleiding. In die zes weken wordt u beoordeeld op inzet en de mogelijkheid om u weer aan het werk te krijgen. Weigert u mee te werken, betekent dat in de meeste gevallen stopzetting van uw aanvraag.
Naast dit werktraject is de zogenaamde tegenprestatie iets wat de gemeente van u mag gaan verlangen. Ook hier geldt het zelfde voor: Als u een aanbod krijgt is het moeilijk weigeren wilt u uw uitkering niet in gevaar brengen.
De Cliëntenraad Gemert-Bakel is in principe niet tegen het idee van tegenprestatie maar vindt dat dit en vanuit de cliënt en gestructureerd op vrijwillige basis zou moeten worden beoordeeld. Daar waar het gebeurt blijkt vaak dat mensen in een heel nieuwe omgeving komen en dat leren waarderen. Wel is het zo dat de bedoeling van de tegenprestatie is opgezet met het idee dat hieruit makkelijker doorgestroomd kan worden naar werk. Uit onderzoek blijkt dat dit niet het geval is.
Ook hier zou de Cliëntenraad graag van u horen:
1. Op welke wijze is u een tegenprestatie aangeboden?
2. Heeft u zelf iets naar voren gebracht? En hoe is daar op gereageerd?
3. Als u heeft deelgenomen aan een project hoe is het u bevallen?
Dit is voorlopig de laatste stap, laat even weten hoe u deze stappen ervaren hebt.
Dit om te zien of we hieraan een vervolg kunnen geven, we zijn er tenslotte om u te informeren!